4 goud, zilver en koper. Blauwe, paarse en rode stof. Fijn linnen en geitenhaar.
5 Rood geverfde schapenvachten, dun leer en acaciahout .
6 Olijf-olie voor het licht en specerijen voor de zalf-olie en de wierook-offers.
7 Edelstenen voor het priesterschort en voor de borsttas [ van de hogepriester ].
8 Laat de mensen voor Mij een heiligdom maken. Daarin zal Ik bij hen wonen.
9 Jullie moeten alles maken volgens het voorbeeld dat Ik je laat zien: de tent, de omheining en alle gereedschappen en voorwerpen in en rond de tent.
10 Maak een kist van acaciahout. Hij moet 2½ el [ (113 cm) ] lang, 1½ el [ (68 cm) ] breed en 1½ el [ (68 cm) ] hoog worden.