14 Daaraan komen twee kettinkjes van zuiver goud. Het moeten gouden koordjes worden, gevlochten kettinkjes.
15 Maak een borsttas. Het moet een prachtig kunstwerk worden. Maak hem van hetzelfde materiaal als het priesterschort. Dus van gouddraad, blauw, paars en rood draad en fijn linnen.
16 Hij moet van een vierkante lap gemaakt worden, van dubbele stof, 1 span [ (23 cm) ] lang en 1 span breed.
17 Vul de voorkant op met vier rijen edelstenen. De eerste rij met sardis, topaas en karbonkel.
18 De tweede rij met smaragd, saffier en diamant.
19 De derde rij met hyacint, agaat en amethist.
20 De vierde rij met turkoois, sardonyx en jaspis. De stenen moeten er met gouden zettingen op vastgezet worden.