15 Daarna moeten Aäron en zijn zonen hun handen op de kop van één van de schapen leggen.
16 Slacht dat schaap daarna en werp het bloed rondom tegen de zijkanten van het altaar.
17 Verdeel het schaap in stukken. Was de darmen en poten en leg ze op de kop en de andere stukken.
18 Verbrand het hele schaap op het altaar. Het is een brand-offer voor Mij, waar Ik blij mee ben.
19 Daarna moeten Aäron en zijn zonen hun handen op de kop van het andere schaap leggen.
20 Slacht dat schaap daarna en smeer een beetje bloed aan de rechter oorlel van Aäron en van zijn zonen. Ook aan hun rechterduim en aan hun rechter grote teen. De rest van het bloed moet je rondom tegen de zijkanten van het altaar werpen.
21 Neem dan een beetje van het bloed van het altaar en een beetje zalf-olie. Sprenkel dat op Aäron en op zijn kleren. Ook op zijn zonen en op de kleren van zijn zonen. Vanaf dat moment zijn hij, zijn kleren, zijn zonen en de kleren van zijn zonen van Mij.