43 Door mijn aanwezigheid zullen de Israëlieten mijn eigen volk zijn.
44 De tent van ontmoeting en het altaar zijn van Mij. En Aäron en zijn zonen zijn ook van Mij: zij zijn mijn priesters.
45 Ik zal bij de Israëlieten wonen en Ik zal hun God zijn.
46 En ze zullen toegeven dat Ik hun Heer en God ben, die hen uit Egypte heb gehaald omdat Ik bij hen wilde wonen. Ik ben hun Heer God.