25 Alle vrouwen die konden spinnen, sponnen blauw, paars en rood draad en fijn linnen. Wat ze af hadden, kwamen ze brengen.
26 Alle vrouwen die daar goed in waren en die dat graag wilden, sponnen geitenhaar.
27 De rijke mannen brachten edelstenen voor het priesterschort en de borsttas,
28 specerijen en olijf-olie voor het licht, voor de zalf-olie en voor het wierook-offer.
29 Iedereen die dat graag wilde, kwam iets brengen voor wat er allemaal gemaakt moest worden. Hij gaf het als een vrijwillig geschenk aan de Heer.
30 Mozes zei tegen de Israëlieten: "De Heer heeft iemand uitgekozen om alles te maken: Bezaleël, de zoon van Uri, die een zoon is van Hur uit de stam van Juda.
31 De Heer heeft hem gevuld met zijn Geest. Zijn Geest geeft hem alle wijsheid, verstand en kennis die hij voor dit werk nodig heeft.