16 Alle doeken van de omheining waren van fijn linnen.
17 De voetstukken van de palen waren van koper. De haken en de dwarsstangen voor de palen waren van zilver. De bovenkant van de palen was bedekt met zilver. Alle palen van de omheining werden met zilveren stangen aan elkaar gemaakt.
18 Het gordijn voor de ingang van de omheining was een veelkleurige geweven stof van blauw, paars en rood draad en fijn linnen. Het was 20 el [ (9 m) ] breed en 5 el [ (2,25 m) ] hoog, net zoals de doeken van de omheining.
19 De vier palen [ om die gordijnen aan op te hangen ] en de vier voetstukken van die palen waren van koper. De haakjes en de dwarsstangen waren van zilver. De bovenkant van de palen was bedekt met zilver.
20 Alle pinnen voor de tent en voor de omheining rond de tent waren van koper.
21 Mozes heeft de Levieten laten uitrekenen wat de tent met de kist met de platte stenen van het verbond [ van God ] heeft gekost. Dat gebeurde onder leiding van Itamar, de zoon van de priester Aäron.
22 Bezaleël, de zoon van Uri, die een zoon was van Hur uit de stam van Juda, maakte alles wat de Heer aan Mozes had bevolen.