20 Alle pinnen voor de tent en voor de omheining rond de tent waren van koper.
21 Mozes heeft de Levieten laten uitrekenen wat de tent met de kist met de platte stenen van het verbond [ van God ] heeft gekost. Dat gebeurde onder leiding van Itamar, de zoon van de priester Aäron.
22 Bezaleël, de zoon van Uri, die een zoon was van Hur uit de stam van Juda, maakte alles wat de Heer aan Mozes had bevolen.
23 Hij werd daarbij geholpen door Aholiab, de zoon van Ahisamach uit de stam van Dan. Aholiab was een vakman en kunstenaar. Hij weefde stoffen van blauw, paars en rood draad en fijn linnen.
24 Het goud dat werd gebruikt, werd eerst als beweeg-offer aan de Heer gegeven. In totaal was het 29 talenten en 730 sikkels [ (totaal 878 kilo) ] (gemeten met de sikkel die in het heiligdom wordt gebruikt).
25 Het zilver van de getelde mannen van het volk was 100 talenten en 1775 sikkels [ (totaal 3195 kilo) ] (gemeten met de sikkel die in het heiligdom wordt gebruikt).
26 Iedereen die bij de getelde mannen behoorde, dus mannen van 20 jaar en ouder, betaalde 1 beka [ (5½ gram) ] per persoon. Dat is een ½ sikkel (gemeten met de sikkel die in het heiligdom wordt gebruikt). Het ging om 603.550 mannen.