25 Het zilver van de getelde mannen van het volk was 100 talenten en 1775 sikkels [ (totaal 3195 kilo) ] (gemeten met de sikkel die in het heiligdom wordt gebruikt).
26 Iedereen die bij de getelde mannen behoorde, dus mannen van 20 jaar en ouder, betaalde 1 beka [ (5½ gram) ] per persoon. Dat is een ½ sikkel (gemeten met de sikkel die in het heiligdom wordt gebruikt). Het ging om 603.550 mannen.
27 Er werden 100 talenten zilver [ (3000 kilo) ] gebruikt om alle voetstukken te maken. Er werden 100 voetstukken gemaakt, van 100 talenten. Dus 1 talent [ (30 kilo) ] per voetstuk.
28 De rest van de 1775 sikkels zilver gebruikte hij om haakjes voor de palen van te maken, de bovenkant van die palen te bedekken en alles aan elkaar te zetten.
29 Het koper van de beweeg-offers was 70 talenten en 2400 sikkels [ (totaal 2126 kilo) ].
30 Daarvan maakte hij de voetstukken voor de ingang van de tent van ontmoeting, het koperen altaar [ voor de brand-offers ] met het rooster dat erbij hoorde, alle dingen die bij het altaar horen, de voetstukken van de omheining,
31 de voetstukken van de ingang van de omheining, alle pinnen van de tent en alle pinnen van de omheining rond de tent.