35 Daardoor kon Mozes de tent van ontmoeting niet binnengaan, want de wolk was daar. De stralende aanwezigheid van God vulde de tent.
36 Als de wolk opsteeg van boven de tent, braken de Israëlieten hun tenten af om verder te gaan. Dat deden ze op al hun reizen.
37 Maar als de wolk niet opsteeg en op de tent van ontmoeting bleef, bleven ze waar ze waren, tot de dag dat de wolk opsteeg.
38 Overdag was de wolk van de Heer op tent van ontmoeting. 's Nachts was daar een wolk van vuur. Zo was het tijdens alle reizen van de Israëlieten.