6 Diezelfde dag gaf Farao aan de slavendrijvers en opzichters het bevel:
7 "Jullie mogen het volk geen stro meer geven voor het maken van de stenen, zoals eerst. Ze moeten nu zelf stro gaan verzamelen.
8 Maar toch moeten ze net zoveel stenen maken als eerst. Jullie mogen niets van die hoeveelheid afhalen. Want ze zijn lui. Daarom roepen ze: 'Laat ons gaan om aan onze God offers te brengen.'
9 Laat die mannen nog harder werken! Dan hebben ze geen tijd om naar die onzin te luisteren!"
10 De slavendrijvers en opzichters gingen terug naar het volk en zeiden: "De Farao zegt dat jullie geen stro meer krijgen.
11 Jullie moeten zelf stro gaan zoeken. Maar jullie moeten wel evenveel stenen blijven maken als eerst."
12 Toen verspreidde het volk zich over heel Egypte om stro te verzamelen.