19 Ik zweer bij Mijzelf, zegt de Heer, dat Ik hem daarvoor zal straffen. Want hij heeft zich niet gehouden aan wat hij bij Mij heeft gezworen.
20 Zoals je een dier vangt in een net, zo zal Ik hem vangen in mijn vangnet. Ik zal hem veroordelen omdat hij het verbond heeft verbroken.
21 Zijn hele leger zal op de vlucht slaan en gedood worden. En de mannen die overblijven, zullen in alle richtingen worden weggejaagd. Jullie zullen beseffen dat Ik de Heer ben.
22 Dit zegt de Heer: Dan zal Ik Zelf uit de top van de hoge cederboom een jong takje afplukken. Dat zal Ik planten op een hoge berg.
23 Ik zal het op de hoogste berg van Israël planten. Er zullen takken en vruchten aan groeien. Het zal een prachtige cederboom worden. Er zullen allerlei soorten vogels in de schaduw tussen zijn takken wonen.
24 Alle bomen zullen beseffen dat Ik, de Heer, de hoge cederboom heb omgekapt, de kleine boom heb laten verdrogen en de kleine tak tot een machtige boom heb gemaakt. Ik, de Heer, zal doen wat Ik heb gezegd."