25 Toch zeggen jullie: 'De Heer is niet eerlijk. Hij doet het verkeerd!' Maar luister naar Mij, volk van Israël! Doe Ík het verkeerd? Is het niet juist zo, dat júllie verkeerd doen?
26 Als iemand niet langer leeft zoals Ik het wil, maar een slecht mens wordt, dan sterft hij vanwege de slechte dingen die hij gedaan heeft.
27 En als een slecht mens spijt krijgt en gaat leven zoals Ik het wil, dan zal hij in leven blijven.
28 Want hij is gaan begrijpen dat hij verkeerd deed. Hij heeft spijt gekregen van de slechte dingen die hij deed. Hij zal in leven blijven en niet sterven.
29 Toch zegt het volk Israël: 'De Heer is niet eerlijk. Hij doet het verkeerd.' Zou Ík het verkeerd doen? Is het niet juist zo, dat júllie verkeerd doen, volk van Israël?
30 Daarom, omdat jullie verkeerd doen, zal Ik over jullie rechtspreken, volk van Israël! Ik zal ieder van jullie beoordelen op wat hij zelf gedaan heeft, zegt de Heer. Stop dus met het doen van slechte dingen! Want anders zal het slecht met jullie aflopen!
31 Doe alle slechtheid uit jullie weg! Zorg dat jullie een nieuw hart, een nieuwe geest krijgen. Want waarom zouden jullie sterven, volk van Israël?