17 Juda en Israël brachten graan uit Minnit,en mirre, honing, olijf-olie en balsem.
18 Damaskus kocht allerlei producten van jouin ruil voor wijn uit Helbon en witte wol.
19 Dan en Javan brachten garen uit Oezal.Ook verkochten ze gesmeed ijzer, kaneel en kalmoes aan je.
20 Dedan verkocht zadelkleden voor de paarden.
21 Arabië en de heersers van Kedar verkochten schapen en geiten aan je.
22 De handelaars van Scheba en Raëmabetaalden op je markten met de beste specerijen, edelstenen en goud.
23 Handelaars uit Haran, Kanne en Eden, Scheba, Assur en Kilmad