3 Zing over die haven aan de zee, die belangrijke handelsstad die met vele landen en eilanden handel drijft: Tyrus, jij vond jezelf een stralende stad,een volmaakte stad.
4 De mensen die jou bouwden, maakten je tot iets prachtigs.Je lag midden in de zee.
5 Je leek wel een schip, gebouwd van cipressenhout uit Senir.Een cederboom van de Libanon was je mast.
6 Je roeiriemen waren van eikenhout van Basan.Je dek was van cipressenhout van Cyprus, ingelegd met ivoor.
7 Je zeil was van prachtig geborduurd linnen uit Egypte.Je dektent was van prachtige blauwe en rode stoffen van de eilanden van Elisa.
8 Je roeiers waren mannen uit Sidon en Arvad.Je beste zeelui waren bij jou aan boord als matroos.
9 Je werd gerepareerd door knappe timmermannen uit Gebal. Tyrus, alle zeeschepen kwamen naar jouom met jou en elkaar koopwaar te ruilen.