12 De zwaarden van helden van een wreed volk zullen uw hele bevolking doden.Ze verwoesten het prachtige Egypte.Al uw bewoners zullen worden gedood.
13 Er zal geen vee meer langs de rivieren grazen.Geen mensenvoet of dierenhoef zal het water nog troebel maken.
14 Dan zal Ik het water[ niveau ] doen zinken.Het water zal zo dik en traag als olie stromen, zegt de Heer.
15 Als Ik Egypte heb verwoest,als Ik het helemaal heb laten leegrovenen alle bewoners heb gedood,zullen de mensen beseffen dat Ik de Heer ben.
16 Dit is het treurlied. Laten de vrouwen van de volken dit lied zingen over Egypte en over alle mensen die er wonen, zegt de Heer."
17 In het twaalfde jaar [ dat we als gevangenen in Babylonië woonden, ] zei de Heer op de 15e dag van de maand tegen mij:
18 "Mensenzoon, zing een treurlied over de bewoners van Egypte. Laat dat lied met hen meegaan als ze afdalen naar het dodenrijk, waar ook de andere machtige volken zijn.