1 De Heer zei tegen mij:
2 "Mensenzoon, ga met je gezicht in de richting van de bergen van Edom staan en profeteer ertegen.
3 Zeg: Dit zegt de Heer: Pas maar op, bergen van Edom! Ik zal jullie straffen en helemaal verwoesten.
4 Van jullie steden zal Ik alleen puinhopen overlaten en jullie land zal een wildernis worden. Dan zullen jullie beseffen dat Ik de Heer ben.