8 Je bergen zullen bedekt zijn met lijken. Overal op de heuvels, in de dalen en in de beken zullen de lijken liggen. Iedereen zal worden gedood.
9 Voor altijd zul je verwoest blijven liggen. Je steden zullen nooit meer worden herbouwd. Zo zullen jullie beseffen dat Ik de Heer ben.
10 Edom, je hebt gezegd: 'Die twee landen en die twee volken zullen van mij zijn! We gaan ze veroveren!' Het land waar Ik, de Heer, woon!
11 Daarom zweer Ik bij Mijzelf dat Ik met jou hetzelfde zal doen als wat jij in je haat gedaan hebt. Op de dag dat Ik je straf, zul je weten wie Ik ben.
12 Ik heb al je beledigingen gehoord, toen je over de bergen van Israël riep: 'Kijk eens, ze zijn verwoest! We kunnen ze leeghalen!'
13 Ik heb wel gehoord hoe je Mij met je brutale woorden beledigde! Steeds brutaler werd je!
14 Ik zeg je: de hele wereld zal blij zijn als Ik jouw land verwoest.