25 Ze zullen wonen in het land dat Ik aan mijn dienaar Jakob heb gegeven, het land waar hun voorouders hebben gewoond. Ja, ze zullen daar voor altijd wonen: zij, hun kinderen, hun kleinkinderen en de kinderen van hun kleinkinderen. Mijn dienaar David zal voor altijd hun Koning zijn.
26 Ik zal met hen een verbond sluiten waardoor ze in vrede kunnen leven. Dat zal een eeuwig verbond zijn. Ik zal hun een eigen plaats op aarde geven. Ik zal hen tot een groot volk maken. En Ik zal voor eeuwig bij hen wonen.
27 Mijn heiligdom zal bij hen zijn. Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn.
28 En doordat Ik voor eeuwig bij hen zal wonen, zullen de volken beseffen dat Ik de Heer ben en dat Israël mijn eigen volk is."