4 De man zei tegen mij: "Mensenzoon, let goed op wat je hier zal zien en horen. Want daarvoor ben je hier gebracht. Vertel later aan het volk Israël alles wat je hier hebt gezien."
5 Ik zag dat rondom het hele gebouw een muur liep. De man had in zijn hand een meetstok van 6 el lang. (Een el op de meetstok was 1 el plus een handbreedte. ) Daarmee ging hij de dikte en de hoogte van de muur opmeten. De muur was 6 el [ (3,18 m) ] dik en 6 el hoog.
6 Toen liep hij naar de poort aan de oostkant. Hij ging de traptreden op en ging de ingang van de poort opmeten. De ingang aan de ene kant was 6 el [ (3,18 m) ] diep. De ingang aan de andere kant [ die op het plein uitkwam ] was ook 6 el diep.
7 In de poort waren kamers. Elke kamer was 6 el [ (3,18 m) ] lang en 6 el breed. Tussen de kamers was een muur van 5 el [ (2,65 m) ]. Daarna kwam er een doorgang naar de voorhal. De voorhal was verdeeld in twee portieken achter elkaar. De doorgang naar de voorhal was 6 el [ (3,18 m) ] diep.
8 De man nam de maten op van het binnenste portiek. Het was 6 el [ (3,18 m) ] diep.
9 Van dat portiek ging een doorgang naar het buitenste portiek. Dat portiek was 8 el [ (4,24 m) ]. De ingang was 2 el [ (1,06 m) ] diep.
10 In de poort waren aan elke kant drie kamers. Ze waren allemaal even groot. Ook de muren ertussen waren overal even groot.