8 Zij mocht een kleed van schitterend wit linnen aantrekken. Dat fijne linnen staat voor de goede daden van de gelovigen.’
9 De engel zei tegen mij: ‘Schrijf op: Gelukkig zijn de mensen die uitgenodigd zijn voor het bruiloftsmaal van het Lam.’ En hij voegde eraan toe: ‘Dit zegt God, die altijd de waarheid spreekt.’
10 Ik viel voor hem neer om hem te aanbidden, maar hij zei: ‘Doe dat niet! Ik ben een dienaar van Jezus, net als u en uw broeders en zusters die openlijk voor hun geloof in Jezus uitkomen. Aanbid God.’ Want de kern van alle profetie is uitkomen voor het geloof in Jezus.
11 Ik zag dat de hemel geopend was en plotseling zag ik een wit paard. Hij die erop zat, heet Trouw en Oprechtheid. In zijn oordeel en in de strijd is Hij rechtvaardig.
12 Zijn ogen zijn als laaiend vuur en op zijn hoofd draagt Hij vele kronen. Hijzelf is de enige die de naam kent die op Hem geschreven is.
13 Het kleed dat Hij draagt, is in bloed gedrenkt. De naam waarmee Hij wordt aangesproken, is: Woord van God.
14 De hemelse legers volgen Hem op witte paarden, zij hebben kleren van zuiver wit linnen aan.