1 Toen het Lam het zevende zegel verbrak, werd het stil in de hemel, ongeveer een half uur lang.
2 Ik zag de zeven engelen voor God staan en zij kregen allemaal een bazuin.
3 Een andere engel ging met een gouden wierookvat bij het altaar staan en kreeg heel veel reukwerk dat hij, samen met de gebeden van de gelovigen, op het gouden altaar voor de troon moest offeren.
4 En uit de hand van de engel die voor God stond, steeg de geur van de wierook omhoog, samen met de gebeden van de gelovigen.