8 De zonen van Cham waren Kus, Misraïm, Put en Kanaän.
9 De zonen van Kus waren Seba, Chawila, Sabta, Rama en Sabtecha. De zonen van Rama waren Seba en Dedan.
10 Nimrod, die later een beroemde held werd, was ook een zoon van Kus.
11 De families die naar de zonen van Misraïm werden genoemd, waren de Ludieten, de Anamieten, de Lehabieten,
12 de Naftuhieten, de Pathrusieten, de Kashluhieten, de voorvaders van de Filistijnen, en de Kaftorieten.
13 Onder Kanaäns zonen bevonden zich ook zijn oudste zoon Sidon
14 en Heth. Kanaän was tevens de voorvader van de Jebusieten, de Amorieten, de Girgasieten,