31 Laten de hemelen en de aarde blij zijn, dan zullen de heidenen zeggen: “Het is de Here die regeert.”
32 Laten de grote zeeën brullen en laat de natuur blij zijn.
33 Laten de bomen zingen van vreugde voor de Here, want Hij komt om recht te spreken over de wereld.
34 Prijs de Here, want Hij is goed. Zijn liefde en trouw duren tot in eeuwigheid.
35 Roep tot Hem: “Och, red ons, God van ons heil, breng ons veilig terug vanuit de volken! Dan zullen wij uw heilige naam danken en U triomferend prijzen.”
36 Gezegend is de Here, de God van Israël, voor altijd en eeuwig!’En daarop riepen alle aanwezigen ‘Amen’ en prezen de Here.
37 David zorgde ervoor dat Asaf en zijn mede-Levieten regelmatig dienst deden voor de ark van het verbond van de Here om daar de dagelijkse werkzaamheden te verrichten.