10 Ram was de vader van Amminadab en Amminadab was de vader van Nachson, een leider van Israël.
11 Nachson was de vader van Salma en Salma was de vader van Boaz.
12 Boaz was de vader van Obed en Obed was op zijn beurt de vader van Isaï.
13 Isaï's eerste zoon was Eliab, zijn tweede zoon was Abinadab, zijn derde Simea,
14 zijn vierde Netanel, zijn vijfde Raddai,
15 zijn zesde Ozem en zijn zevende zoon was David.
16 Hun zusters waren Zeruja en Abigaïl. Zeruja's drie zonen waren Abisaï, Joab en Asaël.