17 Daarna woog hij goud af voor de gouden vorken, waarmee het offervlees werd aangeraakt en voor de schalen, kannen en bekers van goud en zilver.
18 Ten slotte woog hij het pure goud af voor het reukaltaar en voor de wagen van de cherubs, die hun vleugels uitstrekten over de ark van het verbond van de Here.
19 ‘Elk onderdeel van deze bouwtekeningen,’ vertelde David aan Salomo, ‘kreeg ik in geschreven vorm uit de hand van de Here.’
20 En hij vervolgde: ‘Wees sterk en moedig en ga aan het werk. Laat de omvang van deze taak u niet afschrikken, want de Here, mijn God, helpt u, Hij zal u niet in de steek laten. Hij zal ervoor zorgen dat al dit werk op de juiste wijze wordt gedaan.
21 En de groepen priesters en Levieten zullen dienstdoen in de tempel. Anderen, met alle mogelijke bekwaamheden, zullen behulpzaam meewerken en het hele volk met zijn leiders staat tot uw beschikking.’