11 Zijn vrouw Husim had Abitub en Elpaäl ter wereld gebracht.
12 De zonen van Elpaäl waren Eber, Misam en Semed. Deze laatste bouwde de steden Ono en Lod en de omringende dorpen.
13 Zijn andere zonen waren Beria en Sema, beiden hoofden van families die in Ajalon woonden, zij verjaagden daar de inwoners van Gath.
14 Tot Elpaäls zonen behoorden ook Ahjo, Sasak en Jeremoth.
15-16 De zonen van Beria waren Zebadja, Arad, Eder, Michaël, Jispa en Joha.
17-18 Verder behoorden tot de zonen van Elpaäl Zebadja, Mesullam, Hizki, Eber, Jismerai, Jizlia en Jobab.
19-21 De zonen van Simi waren Jakim, Zichri, Zabdi, Eljoënai, Zillethai, Eliël, Adaja, Beraja en Simrath.