23 En toen, naast al uw andere goddeloosheid—wee u,’ zegt de Oppermachtige Here—
24 ‘bouwdeu voor uzelf een heidens altaar en offerplaatsen in elke straat.
25 Daar maakte u uw schoonheid te schande door uzelf schaamteloos aan iedere man aan te bieden. Onafgebroken bedreef u prostitutie.
26 En ook met Egypte, uw wellustige buren, bedreef u prostitutie. En u deed dat om Mij te kwetsen.
27 Daarom heb Ik u geslagen met mijn vuist! Ik heb uw gebied verkleind en u overgeleverd aan uw vijanden, de Filistijnse vrouwen, en zelfs zij schamen zich voor u.
28 Ook met de Assyriërs hebt u overspel gepleegd door hen tot bondgenoot te maken en hun goden te vereren. Het leek wel alsof u niet genoeg kreeg van steeds weer nieuwe goden. Na uw overspel daar was u nog steeds niet tevreden.
29 Daarom begon u ook nog de goden van het grote handelsland Babel te aanbidden. En nóg was u niet tevreden.