47 U hebt niet alleen gezondigd zoals zij, nee, dat was nog niets, in korte tijd streefde u hen ver voorbij.
48 Zo waar Ik leef,’ zegt de Oppermachtige Here: ‘Sodom en haar dochters zijn nooit zo verdorven geweest als u en uw dochters.
49 De zonden van uw zuster Sodom waren arrogantie, vraatzucht en onverschilligheid, terwijl buiten haar deur de armen en behoeftigen gebrek leden zonder dat zij hen hielp.
50 Terwijl Ik toekeek, deed zij afschuwelijke dingen. Daarom heb Ik haar weggevaagd, zoals u weet.
51 Zelfs Samaria heeft niet half zoveel zonden bedreven als u. U hebt nog veel meer goddeloosheid bedreven dan uw zusters, zij zijn rechtvaardig vergeleken met u!
52 Wees dan niet verbaasd als zij een lichtere straf krijgen. Want uw zonden zijn zo gruwelijk dat in vergelijking met u uw zusters onschuldig lijken. U verdient daarom de schande die nu over u komt.
53 Maar op een dag zal Ik een ommekeer brengen in het lot van Sodom en Samaria en hun dochters en ook in dat van Juda.