8 en als hij leent zonder rente te berekenen, de zonde uit de weg gaat, eerlijk en onbevooroordeeld is in zijn oordeel over anderen
9 en als hij mijn wetten trouw gehoorzaamt; dan is die man rechtvaardig,’ zegt de Here, ‘en zal hij zeker leven.
10 Maar als die man een zoon heeft die een vechtersbaas of een moordenaar is en die al die dingen doet die zijn vader niet heeft gedaan;
11 als hij iemand is die weigert de wetten van God na te leven, maar afgoden aanbidt in de bergen en overspel pleegt,
12 de armen en noodlijdenden onderdrukt, zijn medemensen berooft en weigert schuldenaars hun onderpanden terug te geven, van de afgoden houdt en hen aanbidt
13 en zijn geld uitleent tegen te hoge rente, zal die man dan leven? Nee! Hij zal zeker sterven, door zijn eigen schuld.
14 Maar het kan zijn dat deze zondige man, op zijn beurt, een zoon heeft die alle goddeloosheid van zijn vader ziet en desondanks God gaat vrezen en zelf besluit niet zo'n leven te gaan leiden.