1 Hierna kreeg ik de volgende boodschap van de Here:
2 ‘Mensenzoon, kijk in de richting van Jeruzalem en profeteer tegen Israël en tegen haar heiligdommen.
3 Want de Here zegt: Ik ben tegen u, Israël. “Ik zal mijn zwaard trekken en uw volk doden, zowel de goeden als de slechten.
4 Ik zal met het zwaard uw land doortrekken vanaf de Negev tot aan de noordgrens en Ik zal niemand sparen.
5 Heel de wereld zal weten dat Ik de Here ben. Hij heeft zijn zwaard in zijn hand en het zal niet in de schede terugkeren, voordat het zijn werk heeft gedaan.”
6 Zucht en treur waar het volk bij is, mensenzoon, vanwege uw bittere verdriet.