29 Zij zullen hun haat op u uitleven, u van al uw eigendommen beroven en u naakt en met lege handen achterlaten. En de hele wereld zal schande spreken over uw overspel.
30 U hebt dit uzelf op de hals gehaald door andere volken na te lopen en u met al hun afgoden te verontreinigen.
31 U bent uw zuster achterna gegaan, daarom zal Ik u met dezelfde rampen straffen.
32 Ja, de rampen die haar hebben getroffen, zullen ook u treffen en de beker waaruit zij heeft gedronken, was groot en tot de rand toe gevuld. U zult dezelfde beker leegdrinken en de hele wereld zal u minachten en u bespotten in uw leed.
33 Als een dronkaard zult u wankelen onder de vreselijke slagen van ellende en verdriet, net als uw zuster Samaria.
34 In uw vreselijke lijden zult u de beker van de angst tot op de bodem toe leegdrinken en ook de laatste druppels er nog uitlikken, daarna zult u hem in stukken gooien en met de scherven uw borsten openhalen. Zo heb Ik gesproken,” zegt de Here.
35 “Omdat u Mij hebt vergeten en Mij de rug hebt toegekeerd, moet u zelf de gevolgen van al uw zonde dragen.”