20 Als een goed mens afdwaalt en slechte dingen gaat doen en u weigert hem op de gevolgen daarvan te wijzen en Ik vernietig hem, zullen zijn vroegere goede daden hem niet helpen, hij zal in zijn zonde sterven. Maar Ik zal u verantwoordelijk stellen voor zijn dood en u eveneens straffen.
21 Maar als u hem wel waarschuwt en hij bekeert zich, dan zal hij blijven leven omdat hij zich de waarschuwing aantrok, en dan hebt u ook uw eigen leven gered.’
22 Opnieuw werd ik gegrepen door het besef van Gods tegenwoordigheid. Toen Hij tegen mij zei: ‘Ga naar het dal, dan zal Ik daar met u spreken,’ stond ik op en ging.
23 Daar zag ik de heerlijkheid van de Here opnieuw, net als in mijn eerste visioen. Met mijn gezicht naar beneden liet ik mij op de grond vallen.
24 Toen kwam de Geest in mij en kon ik weer rechtop staan. Hij sprak tegen mij en zei: ‘Ga en sluit uzelf op in uw huis,
25 daar zal men u vastbinden, zodat u niet weg kunt
26 en Ik zal uw tong aan uw gehemelte laten kleven, zodat u niet tot het volk zult kunnen spreken, want het zijn opstandige mensen.