5 Want Ethiopië, Lydië, Put, Arabië en Libië en alle landen die hun bondgenoten zijn, zullen in die oorlog met het zwaard worden vernietigd.”
6 Want de Oppermachtige Here zegt: “Alle bondgenoten van Egypte zullen vallen en er zal een eind komen aan haar trotse kracht. Van Migdol tot aan Syene zullen zij met het zwaard worden gedood.
7 Zij zal er verwoest bijliggen, te midden van andere verwoeste landen. Haar steden zullen ruïnes zijn, omringd door andere verwoeste steden.
8 Dan zullen zij weten dat Ik de Here ben, wanneer Ik Egypte in de as heb gelegd en haar bondgenoten heb vernietigd.
9 Op diezelfde dag zal Ik snelle boodschappers paniek laten zaaien onder de Ethiopiërs: het oordeel dat Egypte treft, zal hun de stuipen op het lijf jagen. Dit alles zal zeker gebeuren.”
10 Want de Oppermachtige Here zegt: “Koning Nebukadnezar van Babel zal de ontelbaar vele inwoners van Egypte vernietigen.
11 Hij en zijn legers, de wreedste ter wereld, worden gestuurd om het land te verwoesten. Zij zullen oorlog voeren tegen Egypte en de grond bedekken met gesneuvelden.