8 Ja, overal in uw land laat Ik het donker worden, zelfs de heldere sterren boven u zullen niet langer stralen.
9 En wanneer Ik u zal vernietigen, zullen vele harten in verafgelegen landen die u nooit hebt gezien, geschokt worden.
10 Ja, er zal in vele landen angst heersen en hun koningen zullen de haren te berge rijzen als ze zien wat Ik u aandoe. Zij zullen beven van angst als Ik mijn zwaard voor hen heen en weer zwaai. Ieder van hen zal vrezen voor zijn leven op de dag van uw val.’
11 Want de Oppermachtige Here zegt: ‘Het zwaard van de koning van Babel zal u treffen.
12 Ik zal u vernietigen met behulp van zijn machtige leger, het wreedste ter wereld. Het zal de heersende klasse van Egypte uitroeien, allen zullen sterven.
13 Ik zal al uw vee dat langs de rivieren en beken graast, vernietigen en geen mens of dier zal zich nog in die wateren begeven.
14 Daardoor zullen de Egyptische wateren helder en glad als olijfolie stromen,’ zegt de Oppermachtige Here.