1-2 ‘Welnu, mensenzoon, neem een kleitablet, leg die voor u neer en teken er de plattegrond van Jeruzalem op. Maak een tekening van belegeringswallen die tegen de muren worden gebouwd, vijandelijke kampen er omheen en overal rond de muren stormrammen.
3 Zet een ijzeren plaat tussen u en de stad, als een ijzeren muur. Richt voortdurend uw ogen op de stad, als zou u haar willen belegeren. Zo laat u zien dat een vijandelijk leger Jeruzalem zal innemen! Er zit een speciale bedoeling achter elke handeling die Ik u heb laten doen. Want het is een waarschuwing aan het adres van de Israëlieten.
4-5 Ga driehonderdnegentig dagen op uw linkerzij liggen om de zonden van Israël te dragen. Daarmee laat u zien dat Israël driehonderdnegentig jaar lang zal worden gestraft met gevangenschap en verguizing. Elke dag dat u daar ligt, staat voor één jaar bestraffing van Israël in de toekomst.
6 Draai u daarna om en ga veertig dagen op uw rechterzij liggen. Dit keer draagt u de zonden van Juda. Elke dag telt voor één jaar.