1 Toen deed de Here wat Hij had beloofd:
2 Sara raakte in verwachting. Zo schonk ze Abraham op zijn hoge leeftijd nog een zoon en precies op de tijd die de Here had genoemd.
3 Abraham noemde de zoon die Sara hem geschonken had, Isaak (dat ‘Gelach’ betekent)
4 en acht dagen later besneed hij hem, zoals God had bepaald.
5 Abraham was toen honderd jaar oud.