1-2 Abraham hertrouwde met Ketura en zij werd de moeder van Zimran, Joksan, Medan, Midjan, Jisbak en Suach.
3 Joksans twee zonen heetten Seba en Dedan. De zonen van Dedan waren de Assurieten, de Letusieten en de Leümieten.
4 De zonen van Midjan waren Efa, Efer, Chanoch, Abida en Eldaä.
5 Abraham vermaakte zijn hele bezit aan Isaak.
6 De zonen van zijn andere vrouwen gaf hij geschenken en daarna stuurde hij hen weg naar het oosten, bij Isaak uit de buurt.
7-8 Toen stierf Abraham, hij was honderdvijfenzeventig jaar oud geworden.