24 De zonen van Rachel: Jozef en Benjamin.
25 De zonen van Bilha, Rachels dienares: Dan en Naftali.
26 De zonen van Zilpa, Lea's dienares: Gad en Aser. Al deze zonen kreeg Jakob in Paddan-Aram.
27 Zo kwam Jakob dan eindelijk aan bij zijn vader Isaak te Mamre in Kirjat-Arba (tegenwoordig Hebron), waar ook Abraham had gewoond.
28 Korte tijd later stierf Isaak. Hij was honderdtachtig jaar oud.
29 Zijn zonen Esau en Jakob begroeven hem.