6 Blijf uit hun buurt. Moge ik nooit deel hebben aan hun slechte plannen. Want in hun woede doodden zij mannen en sneden runderen de pezen door, alleen voor hun plezier.
7 Vervloekt zij hun woede, want die is hevig en wreed. Daarom zal ik hun nakomelingen door heel Israël verspreiden.
8-9 Juda, je broers zullen jou prijzen. Je zult je vijanden vernietigen. Juda heeft zich als een leeuw neergelegd en wie zal hem durven opjagen?
10 De heersersstaf zal Juda niet worden ontnomen, totdat hij komt die er recht op heeft en aan wie alle mensen zullen gehoorzamen.
11 Hij heeft zijn rijdier aan de wijnstok vastgebonden en zijn kleren in wijn gewassen.
12 Zijn ogen zijn donkerder dan wijn en zijn tanden zijn witter dan melk.
13 Zebulon zal aan de kusten wonen en een haven voor de schepen zijn. Zijn gebied zal aan Sidon grenzen.