2 Neem ook de dieren aan boord, van elke soort één paar, uitgezonderd de dieren die Ik heb bestemd tot voedsel en offer.
3 Van die dieren moet u zeven paar aan boord nemen, evenals van de vogels. Op die manier zullen ze na de grote watervloed hun soort in stand houden.
4 Over een week zal het gaan regenen. Veertig dagen en nachten achter elkaar. Alle levende wezens die Ik heb gemaakt en die op het droge leven, zullen sterven.’
5 Noach volgde al de bevelen van de Here op.
6 Hij was zeshonderd jaar oud toen de vloed over de aarde kwam
7 en hij ging met zijn vrouw, zijn zonen en hun vrouwen in de ark om aan de vloed te ontkomen.
8-9 Alle dieren die bestemd waren om te offeren of om op te eten en de andere soorten, kwamen in paren naar de ark: mannetjes en vrouwtjes, precies zoals God het Noach had gezegd.