4 Over een week zal het gaan regenen. Veertig dagen en nachten achter elkaar. Alle levende wezens die Ik heb gemaakt en die op het droge leven, zullen sterven.’
5 Noach volgde al de bevelen van de Here op.
6 Hij was zeshonderd jaar oud toen de vloed over de aarde kwam
7 en hij ging met zijn vrouw, zijn zonen en hun vrouwen in de ark om aan de vloed te ontkomen.
8-9 Alle dieren die bestemd waren om te offeren of om op te eten en de andere soorten, kwamen in paren naar de ark: mannetjes en vrouwtjes, precies zoals God het Noach had gezegd.
10-11 Een week later, toen Noach zeshonderd jaar oud was, op de zeventiende dag van de tweede maand, stroomde de regen uit de hemel neer en braken de ondergrondse watermassa's open.
12 En dat gedurende veertig dagen en nachten!