10 Een week later probeerde Noach het nog eens.
11 De duif vloog weg om tegen de avond terug te keren met een olijfblad in haar snavel. Zo wist Noach dat het water bijna weg was.
12 Na een week liet hij de duif nog een keer los en nu kwam zij niet meer terug.
13 Op de eerste dag van de eerste maand in het jaar dat Noach zeshonderdeen werd, opende Noach de deur van de ark en zag dat het water zich had teruggetrokken.
14 Er gingen nog eens acht weken voorbij voordat de aarde helemaal droog was.
15 Toen zei God tegen Noach:
16 ‘U mag de ark verlaten, met uw vrouw, zonen en schoondochters.