8 Houd het volk deze wetten steeds voor en denk er zelf dag en nacht over na, zodat u zeker weet dat u ze volledig naleeft. Want alleen dan zult u slagen.
9 Ja, wees moedig en sterk! Ban angst en twijfel uit uw hart. Onthoud dat de Here, uw God, u overal zal helpen.’
10-11 Toen gaf Jozua de leiders van Israël opdracht het volk te zeggen dat het zich moest klaarmaken voor de overtocht over de Jordaan. ‘Binnen drie dagen zullen wij oversteken en het land dat God ons heeft gegeven, veroveren en er gaan wonen!’ vertelde hij hun.
12-13 Toen riep hij de leiders van de stammen Ruben, Gad en Manasse bij zich en herinnerde hen aan de opdracht die Mozes had gegeven: ‘De Here, uw God, geeft u rust in uw eigen land aan deze zijde van de Jordaan.
14 Daarom mogen uw vrouwen, kinderen en het vee hier blijven, maar uw troepen moeten volledig bewapend de andere stammen over de Jordaan leiden en hen helpen het land aan de overzijde van de rivier te veroveren,
15 blijf bij hen tot de verovering is voltooid en uw broeders zich ook in alle rust kunnen vestigen. Pas dan mag u zich hier aan de oostzijde van de Jordaan vestigen.’
16 Zij stemden daarmee in en beloofden Jozua als hun legeraanvoerder te gehoorzamen.