1 Nadat de Here Israël vele jaren vrede had gegeven en Jozua erg oud was geworden,
2 riep deze de leiders van Israël—de oudsten, rechters en legeraanvoerders—bij zich en zei tegen hen: ‘Ik ben nu een oude man,
3 u hebt gezien wat de Here, uw God, voor u heeft gedaan. Hij heeft voor u tegen uw vijanden gestreden en u hun land gegeven.
4-5 Ik heb het nog onveroverde land net zo onder u verdeeld als het land dat wij wel in bezit hebben genomen. Het hele land tussen de Jordaan en de Middellandse Zee zal van u worden, want de Here, uw God, zal alle inwoners eruit verdrijven, zodat u er in hun plaats kunt wonen. Dat heeft Hij u beloofd.
6 Wees moedig en zorg ervoor dat u alle geboden die in de wetten van Mozes staan, gehoorzaamt, blijf op het rechte pad.
7 Vermeng u niet met de heidenen die nog in het land wonen, noem zelfs de namen van hun goden niet. En wacht u er helemaal voor bij hen te zweren of hen te vereren.
8 Blijf de Here, uw God, trouw zoals u tot nu toe hebt gedaan.
9 Hij heeft grote en sterke volken voor u verdreven en niemand is in staat gebleken u te verslaan.
10 Eén man zal duizend vijanden op de vlucht jagen, want de Here, uw God, vecht voor u, zoals Hij beloofde.
11 Zorg er daarom voor dat u Hem blijft liefhebben.
12 Als u dat niet doet en huwelijken gaat sluiten met de volken om u heen,
13 kunt u er zeker van zijn dat de Here, uw God, deze volken niet langer uit uw land zal jagen. In plaats daarvan zullen zij een strik en een val voor u worden, een pijn in uw zij en een doorn in uw oog. U zult omkomen in dit goede land dat de Here, uw God, u heeft gegeven.
14 Ik zal spoedig sterven. U weet heel goed dat Gods beloften aan u allemaal werkelijkheid zijn geworden. Erken dit van ganser harte.
15-16 Maar even zeker als de Here u deze goede dingen heeft gegeven die Hij had beloofd, zal Hij ook het onheil over u brengen als u Hem niet gehoorzaamt. Want als u andere goden gaat vereren, zal de Here u uit dit goede land dat Hij u heeft gegeven, wegvagen. Zijn toorn zal tot een uitbarsting komen en het zal in dit land snel met u gedaan zijn.’