14 De stam van Levi kreeg van Mozes geen land toegewezen. In plaats daarvan kregen zij de offers die aan de Here werden gebracht, zoals Hij Mozes had beloofd.
15-16 Rekening houdend met het aantal gezinnen had Mozes de stam van Ruben het gebied toegewezen van Aroër, aan de rivier de Arnon, midden in het dal en de hele hoogvlakte van Medeba.
17 Het omvatte Chesbon en de andere steden op de vlakte: Dibon, Bamot-Baäl, Bet-Baäl-Meon,
18 Jahza, Kedemoth, Mefaäth,
19 Kirjataïm, Sibma, Zereth-Hassahar op de berg boven het dal,
20 Bet-Peor, de hellingen van de berg Pisga en Bet-Jesimoth.
21 Het stamgebied van Ruben omvatte ook de steden op de hoogvlakte en het koninkrijk van Sichon. Koning Sichon had in Chesbon geregeerd en was samen met de andere machtige leiders van Midjan—Evi, Rekem, Zur, Hur en Reba—door Mozes gedood.