7 Vanaf Janoah liep hij in zuidelijke richting naar Atarot en Naharath, langs Jericho om bij de Jordaan uit te komen.
8 De westelijke helft van de noordgrens begon bij Tappuah en volgde daarna de beek Kana tot aan de Middellandse Zee.
9 Efraïm kreeg tevens enkele steden in het gebied van Manasse.
10 De Kanaänieten die in Gezer woonden, werden nooit verdreven en wonen daarom nog steeds als slaven onder het volk van Efraïm.