24-26 De stam van Aser was de vijfde die land kreeg toegewezen. De grenslijnen omvatten de volgende steden: Helkath, Hali, Beten, Achsaf, Allammelech, Amad en Misal. De westelijke grens liep van de Karmel naar de rivier Libnath,
27 ging daar in oostelijke richting verder naar Bet-Dagon en liep tot aan Zebulon in de vallei van Jiftah-El, noordelijk voorbij de steden Bet-Emek en Nehiël. Daarna liep hij verder oostelijk naar Chabul,
28 Ebron, Rechob, Hammon, Kana en Groot-Sidon.
29 Vanaf dat punt liep de grens in de richting van Rama en de versterkte stad Tyrus en bereikte de Middellandse Zee bij Hosa. Het gebied omvatte ook Chebel, Achzib,
30-31 Umma, Afek en Rechob, in totaal tweeëntwintig steden met de omringende dorpen.
32 De zesde stam die gebied kreeg toegewezen, was die van Naftali.
33 Zijn grens begon bij Juda bij Zaänannim en strekte zich via Adami-Nekeb, Jabneël en Lakkum uit tot de Jordaan.