1 Jozua riep nu de legertroepen van de stammen van Ruben, Gad en de halve stam Manasse bijeen en zei:
2 ‘U hebt gedaan wat Mozes, de dienaar van de Here, u had bevolen en u hebt elk bevel dat ik u gaf, gehoorzaamd.
3 Elke opdracht die u van de Here, uw God, kreeg, hebt u vervuld. U hebt uw broederstammen niet in de steek gelaten.
4 De Here, onze God, heeft de andere stammen nu rust gegeven volgens zijn belofte. Daarom kunt u nu teruggaan naar het land dat Mozes u gaf aan de overkant van de Jordaan.