47-49 Bij dit totaal zijn de Levieten niet inbegrepen, want de Here had tegen Mozes gezegd: ‘Houd de stam Levi apart en tel hun aantal niet,
50 want zij zijn aangewezen voor het werk in de tabernakel en zorgen ook voor de verplaatsing ervan. Zij moeten dicht bij de tabernakel wonen
51 en als hij moet worden verplaatst, moeten de Levieten hem afbreken en weer opbouwen. Iemand anders die de tabernakel aanraakt, moet ter dood worden gebracht.
52 Elke stam van Israël zal een eigen plaats in het kamp hebben met een eigen banier.
53 De tenten van de Levieten zullen rondom de tabernakel worden gegroepeerd als een muur tussen het volk Israël en Gods grote toorn, om hen te beschermen tegen zijn vreselijke toorn over hun zonden.’
54 Zo werden de opdrachten die de Here Mozes had gegeven, uitgevoerd.