1-2 Nu zei de Here tegen Mozes: ‘Maak twee trompetten van gedreven zilver. Die moeten worden gebruikt om het sein “verzamelen” en “opbreken” te blazen.
3 Als op twee trompetten wordt geblazen, is dat het teken dat het hele volk zich moet verzamelen bij de ingang van de tabernakel.
4 Als één trompet wordt geblazen, moeten alleen de stamhoofden zich bij u verzamelen.
5-7 Er zullen verschillende trompetsignalen nodig zijn om onderscheid te maken tussen het sein “verzamelen” en “opbreken en verder trekken”. Als het vertreksignaal wordt geblazen, moeten de stammen die aan de oostkant van de tabernakel hun kamp hebben, het eerst vertrekken. Bij het volgende signaal vertrekken de stammen aan de zuidkant.
8 Alleen de priesters mogen de trompet blazen. Dit is een vaste instelling die van generatie op generatie moet worden nageleefd.
9 Wanneer u aankomt in het beloofde land en oorlog voert tegen uw vijanden, zal de Here u horen en u te hulp komen als u in nood alarm blaast op de trompetten.